Onderdelen muziekpraktijk

Primair instrument

  • Je laat minimaal drie, maximaal vijf stukken op je primair instrument horen (kandidaten primair zang: vijf stukken).
  • De uitgebreide beschrijving van de eisen per instrument vind je hieronder.
  • De muziekstukken die je kiest voor je toelatingsexamen, moeten een goed beeld geven van wat jij kunt op je instrument(en). Kies dus stukken uit in stijlen die bij je passen en waarin jij je muzikaliteit kwijt kunt.
  • Zang- en melodieinstrumenten: neem zo mogelijk je eigen begeleiding mee: piano, gitaar en/of een band. Als dit niet lukt is er de mogelijkheid begeleid te worden door een pianist van Codarts. In dat geval dien je uiterlijk voor de aanmelddeadline duidelijke bladmuziek als PDFs te mailen naar asc@codarts.nl. Onvoldoende duidelijke of onvolledige partijen worden niet geaccepteerd.  
  • Het is ook mogelijk om mee te zingen/spelen met een audio-opname (karaoketrack), maar de voorkeur is om tenminste één stuk met live begeleiding te doen.

Overige instrumenten

Naast je primair instrument bespeel je misschien nog andere instrumenten. Als je meerdere instrumenten bespeelt, zal de commissie je vragen om ook deze tijdens het praktische deel te laten horen.
 

Zang (kandidaten niet primair zang)

Voor een toekomstige docent zijn zangkwaliteiten en de mogelijkheden om deze te ontwikkelen belangrijk. Daarom bereid je, als zang niet je primair instrument is, drie stukken naar keuze voor die je, al dan niet met begeleiding van jezelf/anderen of met backingtrack, kunt zingen. Bijvoorbeeld popsong, musicalsong, lied uit het klassieke repertoire, jazz standard, koorstuk enzovoort.
 

Stemtest (alleen kandidaten primair zang)

Een zangdocent neemt een stemtest af. Daarbij wordt gekeken naar de conditie, ontwikkeling en technische mogelijkheden van je stem. Daarnaast wordt je muzikale intuïtie getest, bijvoorbeeld door improvisatie, voor- en nazingen en het op gehoor zingen van een tweede stem.